De Europese Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie hebben een principeakkoord bereikt over een richtlijnvoorstel dat werknemers recht geeft op twee maanden betaald ouderschapsverlof. De richtlijn zal vermoedelijk in juni worden getekend. Na inwerkingtreding hebben de lidstaten drie jaar de tijd om de richtlijn om te zetten in wetgeving. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat uit van inwerkingtreding van nationale wetgeving, waarin de betaling van twee maanden ouderschapsverlof is geregeld, per 1 juli 2022.

In een brief aan de Tweede Kamer zegt de minister dat op dit moment een inventarisatie plaatsvindt van de mogelijkheden om aan de verplichtingen van de richtlijn te voldoen met inachtneming van de daaraan geboden ruimte en de gestelde beperkingen. De wijze van financiering van de betaling van het ouderschapsverlof wordt aan de lidstaten overgelaten. Voorts mogen de lidstaten bepalen dat het recht op betaling van ouderschapsverlof eerder stopt dan op de achtste verjaardag van het kind. De lidstaten stellen zelf de hoogte van de verlofuitkering of het percentage loondoorbetaling vast, zij het dat het betalingsniveau het opnemen van ouderschapsverlof moet ondersteunen. De richtlijn maakt verder mogelijk dat bestaande verlofregelingen worden benut om aan de verplichtingen te voldoen. 
Rekening houdend met een implementatietermijn voor de uitvoering van twee jaar wil de minister in het eerste kwartaal van 2020 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer indienen.